Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En gij zegt: Neen, maar op paarden [52]zullen wij vlieden; [53]daarom zult gij vlieden! En: [54]Op snelle [paarden] zullen wij rijden; daarom zullen [55]uw vervolgers [ook] snel zijn! 52. Te weten, als de Babyloniers ons te sterk vallen. Anders: vlieden; dat is hier en daar omlopen, zolang totdat wij hulp vinden. 53. Te weten omdat gij dus wederspannig zijt en aldus spreekt. Zie de vervulling 2 Kon.25:4; Jer.39:4, en Jer.52:7. 54. Of, op lichte, raslopende [paarden]. 55. Te weten de Babyloniers.